Beter leren spreken: tips
Spreken van een vreemde taal is vaak een kwestie van gewoon doen. Dat woordje ‘gewoon’ is echter niet zo gewoon. Veel mensen moeten een drempel over voordat ze gaan praten en bij sommigen is die drempel heel hoog. “Als ik maar de juiste woorden gebruik” of “Als ik maar geen fouten maak”, zijn vaak gedachten die iemand verhinderen die drempel over te gaan. Wanneer je ook last hebt van dit soort gedachten bedenk dan:
het is niet voor niets een vreemde taal, een taal die niet je moedertaal is
zelfs in je moedertaal maak je soms fouten en weet je woorden niet. Waarom maak je je daar dan niet druk om?
mensen die Engels spreken vinden het vaak geweldig dat ze in hun eigen taal aangesproken worden. Ze zijn zelfs een beetje jaloers. Velen van hen kunnen geen enkele vreemde taal spreken!
en ook hier geldt: hoe meer je het doet, hoe makkelijker het wordt.
Enkele tips om je te helpen bij het voeren van een gesprek:
![opsommingstekenvink.gif](https://lh3.googleusercontent.com/blogger_img_proxy/AEn0k_uTBGLite6AQ6wsJIxUq5yxpAWxxuYHh8rNBR1yx7Pl8mNdVKfX3Dh4Hqmvh_YtU7MXPadaLaCduCsXmv5EkG675IWLx0_jz-fnxm5XPBH5RfG85iE2q7o1zIukwYEMnOLIFEMEwI4T=s0-d)
Zorg ervoor dat je weet hoe je iemand moet begroeten en hoe je afscheid moet nemen.
![opsommingstekenvink.gif](https://lh3.googleusercontent.com/blogger_img_proxy/AEn0k_uTBGLite6AQ6wsJIxUq5yxpAWxxuYHh8rNBR1yx7Pl8mNdVKfX3Dh4Hqmvh_YtU7MXPadaLaCduCsXmv5EkG675IWLx0_jz-fnxm5XPBH5RfG85iE2q7o1zIukwYEMnOLIFEMEwI4T=s0-d)
Probeer niet stil te vallen en blijf doorpraten. Je kunt dit doen door:
tussenwerpsels te gebruiken. Dit zijn woordjes zonder betekenis en geven je de kans om even na te denken. Bijvoorbeeld:
Nederlands | Engels |
eh… | er… |
nou… | well… |
te zeggen dat je iets niet begrijpt, om een voorbeeld te vragen of te vragen om herhaling. Bijvoorbeeld:
Nederlands | Engels |
Het spijt me, maar ik begrijp het niet. | I’m sorry, but I don’t understand. |
Ik weet niet wat dat betekent. | I don’t know what that means. |
Kunt u een voorbeeld geven? | Can you give an example, please? |
Kunt u dat nog een keer zeggen? | Could you say that again, please? |
Kunt u dat herhalen? | Could you repeat that, please? |
te vragen om uitleg. Bijvoorbeeld:
Nederlands | Engels |
Wat betekent dat? | What does that mean? |
Kunt u het beschrijven? | Could you describe it? |
Waar lijkt het op? | What does it loook like? |
Wat bedoelt u? | What do you mean? |
te vertellen hoe iets er uit ziet als je het woord niet weet. Bijvoorbeeld:
Nederlands | Engels |
Het ziet er uit als een klein paard en het heeft witte en zwarte strepen. (een zebra) | It looks like a small horse and it has white and black stripes. |
Het heeft de vorm van een peer en het geeft licht. (lampenbolletje) | It has the shape of a pear and it gives light. |
uit te leggen waar je iets voor kunt gebruiken. Bijvoorbeeld:
Nederlands | Engels |
Je gebruikt het als het regent om droog te blijven. (paraplu) | You use it when it rains to keep dry. |
Je doet de boterhammen er in die je wilt met de lunch wilt eten. (broodtrommeltje) | You put the sandwiches in it you want to eat at lunchtime. |