NIEUW!

labels

Alfabet

Alfabet

Het Engelse alfabet is het zelfde geschreven als het Nederlandse alfabet alleen worden de letters anders uitgesproken.
In het volgende liedje hoor je de uitspraak van de letters. Staat je geluid aan?


Onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden


Om van een regelmatig werkwoord de past simple en het voltooid deelwoord te maken, voed je aan het werkwoord -ed toe:
hele werkwoordverleden tijdvoltooid deelwoordbetekenis
to work-worked-worked-werken
to walk-walked-walked-lopen
to wash-washed-washed-wassen
Onregelmatige werkwoorden hebben een afwijkende vorm voor de simple past en het voltooid deelwoord.

Hieronder vind je een overzicht van de meest voorkomende onregelmatige werkwoorden. De werkwoorden staan in alfabetische volgorde. Bij de spelling is het Brits-Engels aangehouden.
Om de verschillende vormen te leren, kun je ze het best uit je hoofd leren en vaak oefenen. Na verloop van tijd blijven ze dan vanzelf in je hoofd zitten.

hele werkwoordverleden tijdvoltooid deelwoordbetekenis
1to be-was/were-been-zijn; worden
to beat-beat-beaten-slaan
to become-became-become-worden
to begin-began-begun-beginnen
5to bend-bent-bent-buigen
to bet-bet-bet-wedden
to bleed-bled-bled-bloeden
to blow-blew-blown-blazen
to break-broke-broken-breken
10to breed-bred-bred-fokken
to bring-brought-brought-brengen
to broadcast-broadcast-broadcast-uitzenden
to build-built-built-bouwen
to burn-burnt-burnt-(ver)branden
15to buy-bought-bought-kopen
to catch-caught-caught-vangen
to choose-chose-chosen-kiezen
to come-came-come-komen
to cost-cost-cost-kosten
20to cut-cut-cut-snijden; knippen
to deal (with)-dealt-dealt-omgaan met
to dig-dug-dug-graven
to do-did-done-doen
to draw-drew-drawn-tekenen; trekken
25to dream-dreamt-dreamt-dromen
to drink-drank-drunk-drinken
to drive-drove-driven-rijden (auto)
to eat-ate-eaten-eten
to fall-fell-fallen-vallen
30to feed-fed-fed-voeden; voeren
to feel-felt-felt-voelen
to fight-fought-fought-vechten
to find-found-found-vinden
to fly-flew-flown-vliegen
35to forbid-forbade-forbidden-verbieden
to forget-forgot-forgotten-vergeten
to forgive-forgave-forgiven-vergeven
to freeze-froze-frozen-vriezen
to get-got-got-krijgen
40to give-gave-given-geven
to go-went-gone-gaan
to grow-grew-grown-groeien
to hang-hung-hung-hangen
to have-had-had-hebben
45to hear-heard-heard-horen
to hide-hid-hidden-verbergen
to hit-hit-hit-slaan; raken
to hold-held-held-vasthouden
to hurt-hurt-hurt-pijn doen
50to keep-kept-kept-houden; bewaren
to know-knew-known-weten; kennen
to lead-led-led-leiden
to lean-leant-leant-leunen
to leave-left-left-(ver)laten
55to lend-lent-lent-lenen aan
to let-let-let-laten; verhuren
to lie-lay-lain-liggen
to lose-lost-lost-verliezen
to make-made-mademaken
60to mean-meant-meant-betekenen; bedoelen
to meet-met-met-ontmoeten
to pay-paid-paid-betalen
to put-put-put-zetten; leggen
to read-read-read-lezen
65to ride-rode-ridden-rijden (paard/fiets)
to ring-rang-rung-bellen
to rise-rose-risen-stijgen; toenemen
to run-ran-run-rennen
to say-said-said-zeggen
70to see-saw-seen-zien
to sell-sold-sold-verkopen
to send-sent-sent-(ver)zenden; (ver)sturen
to set-set-set-zetten; plaatsen; instellen
to shake-shook-shaken-schudden
75to shine-shone-shone-schijnen
to shoot-shot-shot-schieten
to show-showed-shown-tonen; laten zien
to shut-shut-shut-dicht doen
to sing-sang-sung-zingen
80to sink-sank-sunk-zinken
to sit-sat-sat-zitten
to sleep-slept-slept-slapen
to smell-smelt-smelt-ruiken
to sow-sew-sown-zaaien
85to speak-spoke-spoken-spreken
to spell-spelt-spelt-spellen
to spend-spent-spent-doorbrengen; uitgeven
to spill-spilt-spilt-verspillen
to spit-spit-spit-spugen
90to split-split-split-splijten
to spoil-spoilt-spoilt-knoeien; verpesten
to spring-sprang-sprung-springen
to stand-stood-stood-staan
to steal-stole-stolen-stelen
95to stick-stuck-stuck-plakken
to sting-stung-stung-steken
to stink-stank-stunk-stinken
to strike-struck-struck-(in)slaan
to swear-swore-sworn-zweren; vloeken
100to sweep-swept-swept-vegen
to swim-swam-swum-zwemmen
to swing-swung-swung-zwaaien; schommelen
to take-took-taken-nemen
to teach-taught-taught-onderwijzen
105to tear-tore-torn-scheuren; trekken
to tell-told-told-vertellen
to think-thought-thought-denken
to throw-threw-thrown-gooien; werpen
to understand-understood-understood-begrijpen; verstaan
110to wake (up)-woke-woken-wakker worden
to wear-wore-worn-dragen (kleding)
to weep-wept-wept-wenen (huilen)
to win-won-won-winnen
to write-wrote-written-schrijven

Some of Any?

Some of any?

‘Some’ en ‘any’ betekenen beiden iets, enkele, wat.
Welke je gebruikt, hangt af van het soort zin waar het in staat.
Heb je te maken met een bevestigende zin? Dan gebruik je some.
I’ve got some oranges.
Heb je te maken met een ontkennende of vragende zin? Dan gebruik je any.
I haven’t got any oranges.
Have you got any oranges?
Maar:
Is het een vragende zin en wordt het antwoord ‘Ja’ verwacht, dan gebruik je some.
Can I have some water, please?
Is het een aanbod of verzoek? Ook dan gebruik je some.
Would you like some tea?
Vragende zinnen
Een vragende zin is een zin in de vorm van een vraag. In geschreven teksten kun je dat vaak zien aan ? aan het eind van de zin.

Ontkennende zinnen
Ontkennende zinnen zijn zinnen die aangeven dat iets niet zo is, ze ontkennen iets. Veel voorkomende woorden in zulke zinnen zijn ‘niet’ (not/n’t), ‘geen’, ‘niets’.

Bevestigende zinnen
Een bevestigende zin zegt dat iets zo is, het bevestigt iets.

In het kort
Some1.In een bevestigende zin
2.In een vragende zin als het antwoord ‘Ja’wordt verwacht
3.Bij een aanbod of een verzoek
Any1.In een vragende zin (uitgezonderd de vraag waarbij je ‘some’ gebruikt)
2.In een ontkennende zin

Aanwijzende voornaamwoorden

Aanwijzende voornaamwoorden

This is my basket
These are my apples.


That is my apple.
Those are my books.
 
This, these, that en those worden aanwijzende voornaamwoorden genoemd. Ze wijzen iets of iemand aan.

Wanneer gebruik je this, these, that of those?
this= dit/deze, als het dichtbij de spreker is en het over één persoon of voorwerp gaat (enkelvoud)
these= deze, als het dichtbij de spreker is en het over meerdere personen of voorwerpen gaat (meervoud)
that= dat/die, als het verder weg van de spreker is en over één persoon of voorwerp gaat (enkelvoud)
those= die, als het verder weg van de spreker is en over meerdere personen of voorwerpen gaat (meervoud)
 
In het kort:

dichtbijveraf
enkelvoudthisthat
meervoudthesethose

Rangtelwoorden


Rangtelwoorden: een plaats in een rij aangeven


Je ziet hier mensen die aan een wedstrijd mee gedaan hebben. De mevrouw in het midden is eerste geworden, de vrouw links is tweede en de man rechts is derde. De woorden eerstetweede en derde worden rangtelwoorden genoemd: zij geven een volgorde aan, een positie in een serie.


Een overzicht:
1stfirst16thsixteenth
2ndsecond17thseventeenth
3rdthird18theighteenth
4thfourth19thnineteenth
5thfifth20thtwentieth
6thsixth21sttwenty-first
7thseventh22ndtwenty-second
8theighth23rdtwenty-third
9thninth30ththirtieth
10thtenth40thfortieth
11theleventh50thfiftieth
12thtwelfth60thsixtieth
13ththirteenth70thseventieth
14thfourteenth80theightieth
15thfifteenth90thninetieth

 Hoe maak je rangtelwoorden?
In het overzicht hierboven kun je zien dat de meeste rangtelwoorden gemaakt worden door -th achter het gewone telwoord te zetten:

four -fourth -4th
seven -seventh -7th
eleven -eleventh -11th

Bij eerstetweede en derde is dat niet het geval:

one -first -1st
two -second -2nd
three -third -3rd
Je ziet dat bij de cijfer-letter combinatie steeds de laatste twee letters van het woord genomen worden als je het voluit schrijft. Dat is ook het geval bij de rangtelwoorden die eindigen op -th.

Vanaf 21 wordt het rangtelwoord gemaakt door het gewone telwoord voor de tientallen te gebruiken en daarna het rangtelwoord tussen 1-9:

twenty-onetwenty-first21st
forty-twoforty-second42nd
sixty-threesixty-third63rd
ninety-nineninety-ninth99th

 Spelling
In het overzicht zie je enkele rangtelwoorden dikgedrukt staan. Bij deze rangtelwoorden verandert er iets in de spelling ten opzicht van de gewone telwoorden:

fifth –>;ve verandert in f
eighth –>;er wordt één t geschreven
ninth –>;de e vervalt
twelfth –>;ve verandert in f
twentieth –>;bij de tientallen verandert y in ie

Hoe gebruik ik een woordenboek?

Woordenboek gebruik

  
Werken met een woordenboek levert vaak meer problemen op dan je denkt. Zo heeft opmerkingen als "Het woord staat er niet in", vaak te maken met het feit dat je verkeerd zoekt. Of geeft het opgezochte woord zoveel vertalingen, dat je niet goed weet welke je nemen moet.
En ook heel belangrijk is: heb je het juiste woordenboek? Heb je de Nederlandse vertaling van een Engels woord nodig, dan neem je een woordenboek Engels-Nederlands. Heb je de Engelse vertaling van een Nederlands woord nodig, dan je een woordenboek Nederlands-Engels. Kwestie van logisch nadenken.

Hoe werkt een woordenboek?

 
 
Je ziet hierboven een stukje dat je in het woordenboek tegen kunt komen. Je ziet dat er afkortingen en symbolen in voorkomen. Deze worden voorin het woordenboek verklaard. In het voorbeeld kom je het volgende tegen:
 
 1Dit is het woord dat je op moest zoeken. 
 2Hier staat hoe je het woord uit moet spreken. Verklaring van uitspraaktekens staan ook voor in woordenboek. 
 3Woordsoorten worden in een woordenboek aangegeven met Romeinse cijfers (I, II, III, IV, enzovoort) 
 4Side kan gebruikt worden als zelfstandig naamwoord (zn) of als werkwoord (ww). Woordsoorten worden afgekort. Zoals je kunt zien kan side als werkwoord 3 betekenissen hebben. In dit woordenboek wordt dat aangegeven met a), b), enzovoort. In andere woordenboeken kan dat ook door 1), 2), enzovoort gedaan worden. 
 5~ geeft aan dat je hier het woord in moet vullen dat je opgezocht hebt. 
 6Voorbeelden in het Engels worden schuinsgedrukt. 

 

"Het woord staat niet in het woordenboek"

 
 Werkwoorden: zoek naar de tegenwoordige tijd van het werkwoord. In het woordenboek staat het hele werkwoord (de infinitief) vermeld. Als je uit de zin He sided with the winner het woord sided' op wilt zoeken, moet je dus zoeken naar side (sided is de verleden tijd). Als je de betekenis van drew op wilt zoeken, dan kijk je bij het werkwoord draw. Draw is een onregelmatig werkwoord. Weet je de onregelmatige werkwoorden niet goed uit je hoofd? De meeste woordenboeken hebben achterin een lijst met onregelmatige werkwoorden. 
 Zelfstandige naamwoorden: in het woordenboek wordt de enkelvoudvorm van het zelfstandige naamwoord vermeld. In The sides of a square are equal (De zijden van een vierkant zijn gelijk), zoek je dus wederom bij side. 

 

"welke betekenis moet ik nemen"

 
 Bepaal met welke woordsoort je te maken hebt. Side als zelfstandig naamwoord heeft een hele andere betekenis dan side als werkwoord. 
 Elke woordsoort kan ook weer verschillende betekenissen hebben. Degene die het meest voorkomt, staat vooraan. Neem niet de eerste de beste, maar kijk welke betekenis het beste past in de context. 
 Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel. Het woord kan met dat voorzetsel een hele andere betekenis krijgen. Zo betekent look  'kijken'', maar look for betekent 'zoeken naar' en look after betekent 'zorgen voor'. 

 

Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen

 
 
Deze zijn vaak wat lastiger te vinden. Een tip:
 
 Kijk bij het belangrijkste woord uit het spreekwoord, gezegde of de uitdrukking. Meestal is dat een zelfstandig naamwoord en soms een werkwoord. Zo zoek je bij 'Men moet een gegeven paard niet in de bek kijken' bij 'paard' en zul je als vertaling Do not look a gift horse in the mouth tegen komen

Even chillen en dan weer verder...

Soms moet je even je gedachten ergens anders heen brengen.
Klik HIER om eventjes te relaxen met wat mooie plaatjes en rustgevende muziek.
Zo kun je weer opladen en straks weer verder gaan met studeren...

Beter leren schrijven; tips


Beter leren schrijven: tips

Hoe kan ik mijn schrijfvaardigheid verbeteren?

Enkele tips
opsommingstekenvink.gif gebruik zoveel mogelijk woorden die je kent.
opsommingstekenvink.gif gebruik het woordenboek om de spelling van een woord te checken.
opsommingstekenvink.gif Kijk bij het opzoeken van een woord goed of je de juiste vertaling hebt genomen.
opsommingstekenvink.gif gebruik de spellingchecker op je computer.

Een brief schrijven
Voor het schrijven
opsommingstekenvink.gif Bedenk wat voor soort brief je moet schrijven: is het een persoonlijke brief of is het een zakelijke brief?
opsommingstekenvink.gif Lees de opdracht goed door.
opsommingstekenvink.gif Ben je goed op de hoogte van de coventies, dat wil zeggen, weet je hoe je een brief op moet stellen? Waar moet de naam? De datum? De aanhef? Enzovoort.
Na het schrijven
opsommingstekenvink.gif Lees de brief nog een keer goed door.
opsommingstekenvink.gif Controleer of je alle onderdelen van je brief goed hebt gerangschikt.
opsommingstekenvink.gif Controleer of je aan alle punten van de opdracht hebt voldaan.

Woorden beter leren onthouden; tips


Woorden beter leren onthouden: tips

Een taal leren doen we door een woordenschat op te bouwen. Aangezien we maar 10% van wat we lezen, onthouden, kunnen we niet volstaan met alleen maar lezen. We zullen iets met die woorden moeten doen. Op welke manieren kun je die woorden nou het best onthouden?
Woorden leren uit je schoolboek
pijl_blauw_rechts.gif Lees de woorden hardop voor
pijl_blauw_rechts.gif Schrijf de woorden over, zodat je de spelling goed leert.
pijl_blauw_rechts.gif Leg een blaadje op de ene rij woorden, en geef zelf de vertaling.
pijl_blauw_rechts.gif Gebruik een overhoorprogramma, zoals Wrts. (www.wrts.nl)
pijl_blauw_rechts.gif Zit er bij je schoolboek een rode kaart, gebruik die dan om jezelf te overhoren.
pijl_blauw_rechts.gif Leer niet te veel woorden in één keer.
pijl_blauw_rechts.gif Woorden leer je beter door herhaling. Leer elke dag een aantal woorden (ongeveer 10) en herhaal ze de volgende dag weer.
pijl_blauw_rechts.gif Schrijf de woorden die je niet kunt onthouden op een apart velletje of leg er een aparte lijst van aan in je overhoorprogramma. Oefen daar wat vaker mee.
Woorden leren als je dyslectisch bent
Dyslexie heb je in verschillende vormen. Leren doe je op verschillende manieren. Als je dyslectisch bent, kun je gebruik maken van de tips die hierboven aangegeven zijn, maar je kunt ook nog een stapje verder:
pijl_blauw_rechts.gif Leg een kaartenbak aan van woordjes die je niet kent: op de ene kant schrijf je het woordje in de vreemde taal, op de andere kant in het Nederlands.
Tip: als je je woordenlijst maakt in Wrts, dan kun je daar je woordkaarten printen. Download bovendien een uitspraakhulp (te vinden via ‘Wrts extra’). Je kunt dan ook horen hoe je de woorden uit moet spreken.
pijl_blauw_rechts.gif Maak ezelsbruggetjes.
pijl_blauw_rechts.gif Leer je beter door het zien van plaatjes? Leg je eigen ‘plaatjeswoordenboek’ aan. Je kunt daarin niet alle woorden kwijt, want sommige woorden zijn nou eenmaal niet in plaatjes te vangen, maar helpen doet het altijd.
pijl_blauw_rechts.gif En bij sommige woorden kun je niets anders doen dan de spelling in je hoofd prenten.
Je eigen woordenboek
Naast de woordenlijsten uit je schoolboek, kun je ook zelf lijsten maken waarmee je je woordenschat vergroot. Die lijst maak je bijvoorbeeld van woorden die je tegen komt als een een Engels boek aan het lezen bent. Of van woorden uit dat liedje dat je zo geweldig mee kunt blèren.
pijl_blauw_rechts.gif Leg een wordlog aan: als je een tekst leest, of dat nou een boek, een artikel uit een krant of tijdschrift of een songtekst is, dan schrijf je daaruit de woorden op die je niet kende en die je hebt opgezocht. Je kunt dit op papier doen, maar je kunt ook een overhoorprogramma gebruiken om je lijsten te maken. Zorg er wel voor dat je je lijsten niet te lang maakt. Oefen met deze lijst(en) en verwijder de woorden die je na verloop van tijd kent.

Beter kijken en luisteren; tips


Beter kijken en luisteren: tips

Hoe kan ik mijn kijk- en luistervaardigheid oefenen?
Kijken en luisteren worden niet voor niets ‘vaardigheden’ genoemd. Het is iets wat je moet kunnen. Het is niet zo, dat als je op donderdag een kijk- en luistertoets hebt, je op woensdagavond een boek kunt pakken en je kunt voorbereiden op die toets. Een vaardigheid is iets dat je op moet bouwen. Des te meer je oefent, des te groter de vaardigheid wordt.

Kijk- en luistervaardigheid opbouwen
opsommingstekenvink.gif Er zijn veel mogelijkheden om vaardigheid in kijken en luisteren van Engels te verbeteren:
- tvKijk en luister naar Engelstalige programma’s op bijvoorbeeld de BBC, CNN of MTV.
- radioLuister naar Engelstalige radiozenders zoals van de BBC of BBC World Service
- video 
- DVDLaat de ondertiteling van een Engelstalige film of serie weg.
- CDZoek bij je favoriete nummers de tekst en probeer mee te zingen.
- CDLeen een boek dat ook ingesproken is. Je kunt dan lezen en luisteren tegelijk.
- mp3-speler/ iPodDe nieuwere mp3-spelers hebben een funktie waarmee je spraak kunt opnemen. Zo kun je ook jezelf testen!
- InternetMaak gebruik van sites die je kunnen helpen je kijk-en luistervaardigheid te vergroten.
Cito kijk- en luistertoets
(De volgende tips zijn voornamelijk voor Cito kijk- en luistertoetsen):
opsommingstekenvink.gifZorg dat je uitgerust en zo ontspannen mogelijk aan de toets begint. Je moet je een lange tijd concentreren op gesproken tekst.
opsommingstekenvink.gifLuister goed naar de inleiding en bedenk wat je al weet van het onderwerp.
opsommingstekenvink.gifLees eerst de vraag en de antwoorden voordat je gaat luisteren naar het fragment. Probeer de antwoorden in steekwoorden te onthouden zodat je weet waar je op moet letten tijdens het luisteren. Gebruik de pauzes tussen de fragmenten om de volgende vraag te lezen.
opsommingstekenvink.gifTijdens het luisteren naar het fragment, probeer je het antwoord te ontdekken. Soms hoor je een woord dat in in één van de antwoorden voorkomt. Dat hoeft echter niet het goede antwoord te zijn. Beluister altijd het hele fragment en kies vervolgens je antwoord. Sprekers herhalen zich vaak en zeggen hetzelfde in andere woorden nog een keer.
opsommingstekenvink.gifWeet je een antwoord niet? Raak niet in paniek. Kies in elk geval een antwoord en concentreer je vervolgens op de volgende vraag.
opsommingstekenvink.gifHet voornaamste blijft: concentratie. Probeer je niet af te laten leiden door dingen die om je heen gebeuren. Gebruik de pauzes op de juiste manier.
Tv-tips
Welke programma’s op de BBC zijn interessant om naar te kijken? Klik op de titels om naar de website te gaan.
Naam
Inhoud
Tijdstip
Waar
Blue PeterVergelijkbaar met ‘Het Klokhuis’dagelijks 18:00BBC 1
NewsroundVergelijkbaar met het ‘Jeugdjournaaldagelijks 18:35BBC 1
Ready Steady CookKookprogrammadagelijks 17:30BBC 2
Gardener’s WorldTuinierprogrammavrijdag 21:30BBC 2
Changing RoomsWoonmagazinemaandag 21:30BBC 1
EastEndersSoapdagelijks 21:00BBC1
Top GearAutomagazinezondag 21:00BBC 2
Final ScoreVoetbaluitslagenzaterdag 17:30BBC 1
Let op: de aangegeven tijden zijn richttijden. Ze kunnen soms verschillen. Bovendien worden niet alle programma’s het hele jaar door uitgezonden.