Aanwijzende voornaamwoorden |
This is my basket
|
These are my apples.
|
That is my apple.
|
Those are my books.
|
this | = dit/deze, als het dichtbij de spreker is en het over één persoon of voorwerp gaat (enkelvoud) |
these | = deze, als het dichtbij de spreker is en het over meerdere personen of voorwerpen gaat (meervoud) |
that | = dat/die, als het verder weg van de spreker is en over één persoon of voorwerp gaat (enkelvoud) |
those | = die, als het verder weg van de spreker is en over meerdere personen of voorwerpen gaat (meervoud) |
dichtbij | veraf | |
enkelvoud | this | that |
meervoud | these | those |